Sinds 2012 waait er een stevige wind door vooral zorg beminnend Nederland die de brandveiligheid verder omhoog stuwt. Samengevat luidt de stroming : “van regelgerichte naar risicogerichte brandveiligheid”. Regelgerichte brandveiligheid volgt de regels van het Bouwbesluit nauwgezet. Deze regelgerichte systematiek heeft ons al ver gebracht. Bij de ongeveer duizend branden per jaar binnen de zorg loopt het meestal goed af. Helaas gebeurt dit niet in alle gevallen, want ongeveer vijf dodelijke slachtoffers zijn jaarlijks te betreuren.
Risicogerichte brandveiligheid deed daarom zijn intrede. Hierbij worden niet alleen de regels van het Bouwbesluit gevolgd maar ook de risico’s geïnventariseerd, bijvoorbeeld: welke branden kunnen optreden, op welke tijdstippen, waar bevinden de aanwezigen zich dan en waar de hulpverleners? Met checklists, processchema’s en gezond verstand kom je dan al ver om een beter brandveiligheidsconcept in te richten. Het project “Geen Nood bij Brand” (initieel ontwikkeld door Brandweer Gelderland-Midden en zorgorganisatie SiZa) is een mooi voorbeeld hoe brandveiligheid risicogericht kan worden benaderd. Recent is het gehele concept “Geen Nood Bij Brand” (GNBB) geactualiseerd voor vele segmenten. Een link naar de betreffende pdf treft u aan het eind van dit artikel aan.
In de geactualiseerde aanpak GNBB worden o.a. verschillende tools opgesomd. Met deze tools kan handzaam, snel en goedkoop uitgerekend worden wat de beschikbare en benodigde tijden zijn om te kunnen ontruimen/vluchten bij een brand. Door vervolgens de beschikbare en benodigde tijden met elkaar te vergelijken kunnen conclusies over de afloop van een brand met een gerechtvaardigd vertrouwen getrokken worden.
In dit artikel leest u hoe dit proces om een betrouwbaar brandveiligheidsconcept te creëren/engineeren, vormgegeven kan worden.
Uiteindelijk is het van belang dat een gestelde BIO-oplossing bij de gedefinieerde brandscenario’s aan de gestelde doelstelling voldoet. Daarom zullen de volgende hoofdonderwerpen worden behandeld:
Het brandveiligheidsconcept dat ontstaat is voor ieder gebouw toepasbaar. De voorbeelden in dit artikel handelen echter vooral over de zorg vanwege de veelvoorkomende aanwezigheid van niet-zelfredzame personen en het veelal ontbreken van een 2e vluchtroute in zorgwoningen.
De meest voor de hand liggende doelstelling is nul slachtoffers.
Een BIO-oplossing engineeren naar deze doelstelling in een zelfredzaam segment is over het algemeen relatief eenvoudig.
Een BIO-oplossing engineeren naar deze doelstelling in een niet-zelfredzaam segment is een stuk lastiger. Zo’n oplossing impliceert snel ter plaatse zijn of maatregelen nemen die de brand onder controle houden.
Veel BHV’ers snel ter plaatse krijgen of Bouw en/of Installatie technische maatregelen treffen zodat de brand onder controle wordt gehouden, zijn vaak alleen met forse investeringen te realiseren. Investeringen die onvermijdelijk ten koste gaan van de kwaliteit van de zorg. Dit is een worsteling voor vele bestuurders. De realiteit dwingt daarom vele bestuurders genuanceerder naar de doelstellingsformulering te kijken. Nuances worden dan gezocht in dag/nacht situaties, alleen in de ontstaansruimte van de brand en/of de grootte van de brand. Sommige organisaties hebben al gekozen voor de doelstelling “maximaal 1 slachtoffer in de ontstaansruimte van de brand”.
In ieder geval is het belangrijk dat een duidelijke doelstelling wordt gekozen door het bestuur, zodat nagegaan kan worden welke BIO-maatregelen genomen dienen te worden om deze te realiseren.
Voor de locatie van de brand moeten minimaal de locaties gekozen worden waar een persoon zich bevindt en waardoor een vluchtroute loopt. Betreft het een woonhuis dan ontstaan volgens het IFV (onderzoek 10 jaar fatale woningbranden uit 2018) meer dan 80% van de fatale branden in woonkamer, keuken of slaapkamer. Het is dus verstandig om deze ruimtes ook te selecteren.
Als de ruimtes (inclusief de grootte) en de daarbij behorende vluchtroutes bekend zijn, hangt de beschikbare tijd af van de aard en grootte van de brand. In het boek Casuïstiek, uitgegeven in 2017 met ondersteuning van “De zorg Brandveilig”, worden veel voorkomende branden in de zorg beschreven. Uit dit onderzoek blijkt dat binnen de zorg voor de type branden zowel kleine en grotere smeulbranden (met veel rook) als kleine en grote branden (met veel hitte) gekozen moeten worden.
Om te bepalen hoeveel tijd benodigd is om te vluchten/ontruimen moet bekend zijn wie waar is en in hoeverre die personen zelfredzaam zijn. Voor de codering van de mate van zelfredzaamheid is de WARR methodiek geschikt, zie ook nevenstaand figuur. Bij de “W” behoeft alleen maar de ontruiming geactiveerd te worden, waarna de zelfredzame personen zichzelf in veiligheid brengen. Bij de “R” wordt een getal toegevoegd ter duiding hoeveel BHV’ers nodig zijn om die persoon te redden, bijvoorbeeld R2 voor een persoon die door twee BHV’ers geholpen dient te worden of R4 voor een persoon in een ziekenhuisbed met veel gekoppelde apparatuur waarvoor 4 verpleegkundigen nodig zijn. Vervolgens dient bepaald te worden hoeveel tijd nodig is om te vluchten.
Grofweg wordt het brandscenario dus gedefinieerd door de ruimtes, vluchtroutes, de plaats van de vuurhaard, het type brand, de aantallen en mate van zelfredzaamheid van de aanwezigen en de benodigde vluchttijd. Dit lijkt heel veel informatie, maar als een goede tekening voor handen is, neemt het formuleren van de verschillende brandscenario’s voor een woonhuis of een ziekenhuisafdeling over het algemeen slechts 30 minuten in beslag.
De mate waarin een brand zich kan ontwikkelen en verspreiden hangt af van de genomen bouwkundige, installatietechnische en organisatorische maatregelen. Kunnen bijvoorbeeld de deuren openstaan of zijn ze altijd gesloten? Als ze gesloten zijn, wat is dan de brandwerendheid van de deuren? Zijn er installatietechnische maatregelen genomen om een brand minimaal onder controle te houden, zoals een woningsprinkler- of watermistinstallatie. Of kan de BHV zo snel ter plaatse zijn dat de brand nog eenvoudig met een handbrandblusser geblust kan worden?
De hoeveelheid benodigde tijd om te ontruimen hangt af van de detectietijd, het alarmeringssysteem, de opkomsttijd van de BHV en het aantal BHV’ers (voor het niet- of verminderd zelfredzame segment) en de tijd benodigd om naar een veilige plaats te vluchten.
Hieronder ziet u een deel van de Cockpit van de tool VluchtWijzer, waarin de BIO-oplossing gemodelleerd kan worden. Hierbij kan het “Organisatie-element” uitgebreid worden met extra getrainde BHV’ers (BHV+) en/of de Brandweer.
Zoals u kunt zien, neemt ook het modelleren van de BIO-oplossing weinig tijd in beslag.
Om na te gaan of een brandveiligheidsconcept voldoet, wordt de beschikbare en benodigde tijd uitgerekend en vervolgens met elkaar vergeleken.
De beschikbare tijd wordt berekend door na te gaan wanneer de rook en/of hitte ontwikkeling in de ruimtes de criteria van toegankelijkheid overschrijden. Voorbeelden van deze criteria zijn: de zichtlengte moet minimaal 7 meter zijn of de temperatuur van de rook boven in de ruimte mag maximaal 200 graden Celsius zijn.
De benodigde tijd wordt vooral berekend uit de detectietijd, alarmeringstijd en de combinatie van de gegevens van de aanwezigen (WARR + ontruimingstijd) en de BHV organisatie (o.a. opkomsttijd en aantal).
Als deze twee tijden berekend zijn, kunnen ze met elkaar worden vergeleken.
Als de beschikbare tijd kleiner is dan de benodigde tijd, zal in eerste instantie gesleuteld worden aan de BIO-oplossing om
Het is duidelijk dat voor veel gerekend moet worden. Met de komst van een aantal toegankelijke tools, zoals de Risico Analyse Monitor (RAM) van de brandweer, BrandWijzer van De Zorg Brandveilig, VluchtWijzer van Dräger en BrandCheck van TBQ, is het uitrekenen of een brandscenario met een gegeven BIO-oplossing aan zijn doelstelling voldoet een relatief snelle en goedkope oplossing geworden. Zo berekent VluchtWijzer tot 12 brandscenario’s met een gegeven BIO-oplossing in ongeveer 5 seconden door, zie ook onderstaand figuur.
Verder lenen deze tools – door hun snelheid - zich goed om als een brandscenario niet de gewenste uitkomst geeft, snel te analyseren waar het probleem ligt en wat de mogelijke oplossing kan zijn.
Doordat het eenvoudig is om een BIO-oplossing aan te passen en de rekentijd erg kort is, kunnen in een korte tijd veel BIO-oplossingen doorgerekend worden, totdat de BIO-oplossing gevonden is die een uitkomst geeft die aan de doelstelling voldoet.
Als de gewenste oplossing gevonden is, wordt tenslotte met een gevoeligheidsanalyse gecontroleerd of de oplossing voldoende robuust is, door bijvoorbeeld na te gaan wat het effect is als de BHV’ers later arriveren of de handbrandblusser niet gebruikt wordt. Eventueel vindt dan nog een bijstelling van de BIO-oplossing plaats.
Een brandveiligheidsconcept bestaat uit:
Het brandveiligheidsconcept is nu gereed. Om ervoor te zorgen dat het brandveiligheidsconcept de juiste status krijgt en later nagegaan kan worden hoe het tot stand gekomen is, wordt het brandveiligheidsconcept vastgelegd in een Programma van Eisen Veilig Vluchten. Dit PvE VV wordt vervolgens ondertekend door de vertegenwoordiger van de eindgebruiker, de opsteller en ingeval er sprake is van een gelijkwaardigheid door het bevoegde gezag.
Het engineeren van een brandveiligheidsconcept klinkt misschien veelomvattend, maar u zult versteld staan wat je binnen een paar uur met een goede tool kunt bereiken.
Het is nu mogelijk geworden om de beschikbare en benodigde tijden eenvoudig uit te rekenen, waardoor een volgende stap in brandveiligheid gezet kan worden. Dus laten we in Nederland op weg gaan naar geëngineerde brandveiligheid voor alle gebouwen en daarmee wereldwijd een ontwikkeling laten zien waar we trots op mogen zijn.
Om meer bekendheid aan het ontwerpen van geëngineerde brandveiligheidsconcepten te geven start Dräger in september met een Masterclass Veilig Vluchten. Voor de promotie van deze cursus kunnen de eerste 20 personen die zich aanmelden, gratis deelnemen. Vanwege de beperkte opleidingscapaciteit zal de cursus voorlopig alleen opengesteld worden voor eindgebruikers. Aanmelden kan via een e-mail naar brandveiliggebouw@draeger.com.
Info Masterclass: https://www.draeger-academy.nl/opleiding/masterclass-veilig-vluchten/
Informatie over het geactualiseerde concept Geen nood bij Brand treft u aan:
https://www.brandweer.nl/media/12410/201903_geen-nood-bij-brand.pdf
Huygensstraat 3-5
2721 LT Zoetermeer
Nederland
079 - 3444 845
brandveiliggebouw@draeger.com